Printemps Bleu

Mangaka: Taiyo Matsumoto
Uitgever: Tonkam
Volumes Frans: 1
Volumes Japans: 1
Score:

7.5 of 10 stars

Bespreking door Koen Smet

Printemps Bleu van Taiyo Matsumoto heeft de eer de manga te zijn die in het Frans het meeste titels heeft. Op de eerste pagina vind je de originele titel Aoi Haru, de officiële titel Printemps Bleu en dan nog een derde titel Le printemps de la vie. En vermits het een bundel kortverhalen is, komen daar nog eens de titels van de zeven verhaaltjes bij ook.

De werken van Matsumoto staan altijd bol van maatschappijkritiek, mijmeringen over de hedendaagse maatschappij als het ware. In de zeven kortverhalen draait het om de verveling van het bestaan, de leegte ervan. Jongeren zonder toekomst, jongeren die niet meer dromen of hun dromen aan diggelen zien vliegen vormen de hoofdpersonages. Vaak zijn het ook rebellen, zonder ze daarom af te schilderen als jongeren die op het slechte pad zijn geraakt.

In het eerste verhaal draait het allemaal rond een gevaarlijk spel dat jongeren spelen om de verveling tegen te gaan, om wat meer pit te geven aan hun bestaan. Ze moeten zich achterwaarts aan een ballustrade vasthouden, dan lossen en zoveel mogelijk in hun handen proberen te klappen. Eén klap teveel en je valt echter enkele verdiepingen lager te pletter.

Ook in het tweede verhaal dat bestaat uit drie hoofdstukken en daarmee het langste is van deze bundel spelen jongeren met hun leven. Ze krijgen een geweer in handen gestopt van een maffiabaas en zullen daarmee uiteindelijk Russische Roulette spelen. In een ander verhaal maken we kennis met enkele jongeren die op het nippertje het belangrijke zomertornooi baseball hebben gemist, in het befaamde Koshienstadium. Ze sluiten zich dan maar de hele zomer op en spelen mah-jong.

De fans van Matsumoto kunnen niet echt klagen. Ondanks het feit dat deze manga redelijk underground is en nu niet onmiddellijk het grote publiek aanspreekt blijken zijn manga een zeker succes te kennen. Tonkam bracht enkele manga van hem uit, en ook Delcourt begint eraan. Het lijkt me vooral Dominique Véret te zijn die in het mangawereldje een fan is van Matsumoto.

Bij deze Tonkamuitgave merken we dat er veranderingen zijn gebeurd ten opzichte van de uitgave van Frères du Japon. Originele leesrichting wordt bijvoorbeeld gebruikt, en ook de kleurenpagina’s uit het origineel zijn mooi behouden. De cover daarentegen is in papier waar dit bij Frères du Japon nog geplastificeerd was. Dit lijkt echter de nieuwe politiek te zijn van Tonkam bij dit formaat want ook voor Spirale werd deze keuze weerhouden. Voor dit alles betaal je wel een prijs. Printemps Bleu is redelijk duur, wat waarschijnlijk weer te maken heeft met het undergroundgehalte van deze manga.

Ook deze manga van Matsumoto kan mij niet overtuigen. Hij graaft misschien nog dieper dan Frères du Japon maar de aparte tekenstijl en het algemene undergroundsfeertje weet mij niet te bekoren. Ik herhaal dus mijn conclusie die ik bij Frères du Japon al neerpende. Dit is alweer een sterke manga maar met een wel erg apart sfeertje dat niet iedereen zal smaken. Misschien dat dit wel meer voer is voor de traditionele stripfans. Het is ook moeilijk te zeggen met welke bundel je moet beginnen als je Matsumoto wilt ontdekken. Persoonlijk vind ik Frères du Japon aangenamer maar voor iemand anders kan dit net zo goed Printemps Bleu zijn.