Er bestonden ook spotprenten van Hitler enzovoort. Enige verschil was dat de makers meestal ver weg waren van de dictators (of anoniem). Dat afbeeldingen van de profeet Mohammed nogal gevoelig liggen bij moslims is algemeen geweten. Je vindt voor ieder soort ideologie (politiek / religieus /...) wel een paar radicalen en zotten. Zie Breivik. Zo'n zaken trekken wel de aandacht van bepaalde groeperingen. Al bewijst het maar dat sommigen wel heel ver willen gaan in oorlogvoeren. Het grote gevaar is dat dit niet om een enkele zot gaat. Maar om een organisatie die z'n infectueus gedachtegoed aan de grond probeert te nagelen.
Aangezien het woord kalifaat regelmatig valt de laatste tijd:
Een kalifaat (Arabisch: خلافة khilāfa, Turks: Hilafet) is een staat die geregeerd wordt door een kalief, dat wil zeggen een opvolger van de islamitische profeet Mohammed. Met de benaming kalifaat (derhalve te vertalen als "opvolgerschap") eist een staat zodoende rechtstreeks de politieke erfenis van Mohammed op, en staat daarmee in rang boven een sultanaat en een emiraat. Vrijwel altijd beweert de heersende dynastie van een kalifaat dan ook af te stammen van Mohammed, in het bijzonder van zijn dochter Fatima Zahra. Ook symboliseert een kalifaat de eenheid van de Oemma, al is dit sinds de val van Damascus in 750 al niet meer feitelijk het geval geweest.
Die groeperingen nemen ons terug naar de tijd van de kruistochten (jaren 1000 - 1200) Er is kaarblijkelijk in 1000 jaar nog niet veel verandert op dat vlak.
De oproeper is dan wel verandert, maar er is ook een religieus motief en het doel is de oprichting van het kalifaat in de eerste plaats en de vorming van de Oemma. Lijkt me dat deze groeperingen op zoek zijn naar expansie.
De scheiding van kerk en staat is belangrijk hier, dan zie ik niet in of de fusie van moskee en staat het daar beter zal doen.
De kruistochten begonnen als een poging van de christenen om Jeruzalem, de heiligste plaats in het christendom, op de moslims te heroveren. De kruistochten waren dan ook een laat antwoord op de verovering van het Nabije Oosten.[1] Ze hadden een aantal specifieke kenmerken. Zo begonnen ze meestal met een oproep door de paus. De oproep werd daarop verspreid door middel van een pauselijke bul en preken van geestelijken. Formeel waren alleen kruisridders gerechtigd om op kruistocht te gaan (dat veranderde in 1213). De kruistochten werden gefinancierd door een specifieke belasting, zoals de cruzada of de 'Saladintiende'. Een laatste kenmerk is dat kruisvaarders een aflaat ontvingen.
Hoewel kruistochten later als een bijzondere categorie oorlogen werden beschouwd, zagen tijdgenoten dat anders. De kenmerken van de kruistocht liepen parallel aan de zogenaamde rechtvaardige oorlog (bellum justum). De rechtvaardige oorlog was een Romeins concept dat in de christelijke traditie geïntegreerd werd door Augustinus. Thomas van Aquino en Gratianus werkten zijn ideeën verder uit. Drie kenmerken stonden centraal: de oorlog moest worden uitgeroepen door een legitieme autoriteit, worden gevochten voor een rechtvaardig doel, en gevochten worden met een juiste intentie. De kruistocht voldeed aan al deze voorwaarden: de legitieme autoriteit was de paus, het doel was de bevrijding van Jeruzalem, en de intentie van de strijders was juist, omdat ze religieus gemotiveerd was.
Overigens werd de term kruistocht of kruisvaarder aanvankelijk niet gebruikt, hoewel wel gesproken werd van ridders van het kruis of ridders van Christus. De kruisvaarders zagen zichzelf vooral als pelgrims.