Shonen no Na wa Gilbert (De naam van de jongen was Gilbert) van Keiko Takemiya uit. En zo kom ik toch uiteindelijk wel mooi op vier boeken deze maand uit :)
Het waren deze memoires die Moto Hagio er toe 'dwongen' om
Ichidokiri no Oizumi no Hanashi te schrijven, maar het was wel raar om met die 'voorkennis' dit boek te lezen. Eigenlijk had ik beide boeken zonder voorkennis willen lezen. In de kern gaan deze twee boeken grotendeels over hetzelfde: de tijd dat Keiko Takemiya en Moto Hagio in Oizumi woonden. Takemiya's verhaal begint als ze door de uitgevers 'ingeblikt' is in een hotel, omdat ze anders haar deadlines niet haalt. Op een dag vraagt een redacteur of ze Moto Hagio wil ontmoeten. Takemiya kent Hagio's werk al en is zeer onder de indruk van hoe ze compleet nieuwe tekenfoefjes kan bedenken (zoals afbeelden hoe mensen rennen) die niemand anders ooit eerder heeft gebruikt. Hagio is toevallig in Tokyo, en ze komt even Takemiya assisteren en tijdens het werken, kletsen de twee jonge vrouwen en ze kunnen het redelijk goed met elkaar vinden. Ze blijven elkaar ook daarna brieven schrijven, en Hagio introduceert Takemiya aan haar penvriendin Norie Masuyama. Takemiya kan ook prima opschieten met Masuyama, vooral als ze ontdekken dat ze beiden een liefde hebben voor shonen'ai. Takemiya woont op dit moment nog alleen, maar voelt zich echt enorm eenzaam alleen in Tokyo, en uiteindelijk vraagt ze Hagio (die nog in Fukuoka woont) of ze naar Tokyo wil verhuizen en met haar wil wonen, en Masuyama vindt een klein huisje 30 seconden lopen van haar eigen huis voor de twee.
Dit boek heeft trouwens twee illustraties van de binnenkant van het huis. Het was echt piepklein: een huiskamertje beneden met een kotatsu die bijna de hele kamer beslaat (en keuken, en klein bad/wc) en dan slechts een kamertje boven. Daar hadden de twee allebei een klein bureautje en had Takemiya een bed.
Voor Takemiya was de Oizumi Salon aanvankelijk een prachtige periode. Ze woonde samen met eensgezinden (Masuyama was hier altijd) en ook collega's en fans kwamen vaak langs. Collega's hielpen elkaar met deadlines halen en ze konden vooral over manga praten. Takemiya wist al voordat ze hier kwam wat ze wilde: een revolutie ontketenen in de wereld van shojo manga. En met mensen als zijzelf en Hagio, was dat ook zeker mogelijk, wist ze. Ook Masuyama, goed opgeleid en bekend met allerlei onderwerpen, zag in hoe briljant Hagio en Takemiya waren. In de Oizumi Salon werd dan ook vaak gesproken over het veranderen van shojo manga, hoe vrouwelijke mangaka meer moesten verdienen en natuurlijk... shonen'ai. Takemiya en Masuyama konden het op dit onderwerp bijzonder goed vinden (eens spraken ze 8 uur over de telefoon over een manga die Takemiya in haar hoofd had), maar ook andere vrouwelijke mangaka bleken hier een interesse in te hebben. Probleem: uitgevers wilden zich hier niet aan branden. De revolutie die Takemiya in haar hoofd had, had dan ook zeker te maken met het mogelijk maken dat mangaka als zij, de manga konden maken die zij wilden maken. Toch moet er ook geld verdiend worden, en langzamerhand komt ze in een sleur. Ze heeft dan wel vaste plekken in weekbladen, maar ze mag nooit van de uitgevers tekenen wat ze eigenlijk wil, en rondshoppen met het concept van
Kaze to Ki no Uta laat haar al snel weten dat niemand dit kan uitbrengen in de shojo bladen. Een keer besluit ze helemaal af te wijken van de preview en haar eerste shonen'ai verhaal te maken: vanwege deadlines besluit de redacteur het toch te drukken, maar hij maakt duidelijk dat Takemiya dit echt nooit meer moet flikken. Intussen kijkt ze met een schuin oog naar haar kamergenote. Hagio levert maandelijks korte manga en heeft het weliswaar nooit zo druk als Takemiya, maar zij krijgt enorm veel vrijheid van dezelfde redacteur die Takemiya niets laat doen en ze hoort zelfs dat de redacteur alles, lang of kort, aanneemt van Hagio. En omdat ze samen wonen, ziet ze gewoon telkens hoe briljant Hagio niet is, die steeds maar weer met compleet originele tekentechnieken komt. Intussen zit Takemiya echt in een sleur, en zelfs hun groepsreisje naar Europa helpt uiteindelijk niet met haar grootste probleem: ze kan gewoonweg niet werken als ze samen woont met Moto Hagio. Hagio is een te groot talent en ze kan het niet trekken zo dicht bij haar te leven. Als ze het contract voor het huis moeten verlengen, zegt Takemiya dat ze gaat verhuizen, wat tot het uiteenvallen van de Oizumi Salon leidt. Takemiya gaat samen wonen met Masuyama, en Hagio woont aanvankelijk ook in de buurt, en komt ook langs. Maar omdat Takemiya vreest dat haar huis gewoon een 'tweede salon' wordt en dat ze dus alsnog met hetzelfde probleem eindigt, vraagt ze Hagio of ze een beetje afstand kunnen houden.
Daarna krijgt Takemiya eindelijk haar kans. Als ze bij een nieuw blad polst of ze daar eindelijk Kaze to Ki no Uta mag tekenen, is de redacteur niet echt gewillig, maar zegt wel dat de omstandigheden natuurlijk wel anders zijn als ze eerst met een andere mang de eerste plek kan halen in de lezersenquetes. Uiteindelijk gooit ze alles op Pharaoh no Haka om de populairste manga te maken, maar hoewel dat niet helemaal lukt, krijgt ze uiteindeljk toch het groene sein voor Kaze to Ki no Uta, dat als shonen'ai manga de weg vrijmaakte voor latere BL manga. Jaren later, en Keiko Takemiya geeft zelfs les in manga op de universiteit, maar ze denkt nu nog steeds graag terug naar de tijd van de Oizumi Salon.
Maar... Moto Hagio dus totaal niet en als je deze twee boeken achter elkaar leest, zie je meteen ook wel hoe ontzettend anders deze twee mensen zijn. Takemiya prijst Hagio vanaf het begin echt de hemel in en ziet haar als een ongekend talent En dat is leuk als je je gelijkwaardig kan voelen, maar zeker in een periode dat je in een sleur zit, kan zo'n persoon juist een verblindende zon zijn. Hagio aan de andere kant laat in haar eigen boek duidelijk zien dat ze zichzelf juist inferieur voelt: ze zegt dat ze altijd al de neiging had om mensen boos te maken al wist ze zelf niet echt waarom, en zij schrijft juist lovend over Takemiya, hoe ze echt de ster was van de shojo manga wereld, knap en altijd veel werk. Takemiya schrijft over revoluties in de manga wereld, het acceptabel maken van shonen'ai en het doorbreken van cliches van sho manga, over het veranderen van de salarissen van vrouwelijke mangaka, over alles op alles te zetten zodat ze Kaze to Ki no Uta mag uitbrengen en brengt het uiteindelijk als succesverhaal. Hagio schrijft over al die mensen die bij hen langskwamen, over hoe ze als persoon waren en over hoe moeilijk ze het had met genoeg werk van de redacteuren te krijgen. Voor Takemiya is de tijd van de Oizumi Salon haar 'studententijd' waarin ze veel heel geleerd en geleden, maar uiteindelij toch een periode waar ze trots op is. Voor Hagio is het, door toedoen van Takemiya, uiteindelijk een periode geworden waar ze niet meer aan wil denken.
Want Takemiya en Hagio vertellen uiteindelijk ook compleet anders over hoe ze uiteindelijk uit elkaar zijn gegaan. Takemiya vertelt zelf dat ze tegen Hagio zei dat ze maar afstand van elkaar moesten houden, want Takemiya trok het psychisch gewoon niet meer goed omdat ze in een sleur zat: het was te pijnlijk voor Takemiya om zo'n groot talent zo dichtbij te hebben. Hagio vertelt over een totaal andere gebeurtenis die er direct tot leidde dat ze sindsdien Takemiya nooit meer heeft gesproken (zie spoiler in de post over Ichidokiri no Oizumi no Hanashi). Takemiya rept over deze gebeurtenis echt letterlijk geen enkel woord over: in haar boek vertelt ze in twee zinnen gewoon dat ze tegen Hagio zei dat het beter was afstand te houden, en dat was het. Ik was zelfs verbaasd hoe kortaf het was. In Hagio's boek duurt dat stuk iets van twee hoofdstukken, waarin ze vertelt over wat Takemiya en Masuyama deden en hoe zij het opnam. Dit is zo'n enorm verschil in opvatting dat het best te begrijpen is dat sindsdien, de twee elkaar niet echt meer kunnen zien.
Anyway, dit waren allebei hele interessante boeken die een uniek kijkje geven in de wereld van shojo manga in 1970-1972 en de vele mangaka die betrokken waren bij de Oizumi Salon. Het zijn boeken die je wel samen wil lezen denk ik, nu ze allebei uit zijn. Ichidokiri no Oizumi no Hanashi is duidelijk geschreven als reactie op Shonen no Na wa Gilbert, maar ze vullen elkaar ook wel aan. De geschiedenis hierachter is misschien niet leuk en zeker niet duidelijk, maar beide boeken laten je wel anders naar het werk van de twee mangaka kijken.